Welke route leidt naar duurzaam dakbeleid? – verslag break-out-sessie 5

De breakout sessie “Welke route leidt naar duurzaam dakbeleid?” werd geleid door Pamela Logjes van de gemeente Den Haag en stond in het teken van het verkennen van manieren om tot een duurzaam dakbeleid te komen. Verschillende experts droegen bij vanuit hun gemeentelijke ervaringen, waaronder Wessel Tiessens (gemeente Den Haag), Paul van Roosmalen (gemeente Rotterdam), Marije Schuurman en David van Weeghel (gemeente Amsterdam), en Victor Everhart (Platform 31).

Belangrijke inzichten

  • Samenwerking en integrale aanpak: Marije Schuurman benadrukte het belang van samenwerking met externe partijen, zoals ROEF, Dakdokters en Rooftop Revolution. Deze aanpak werd al succesvol toegepast in het RESILIO-pilotproject. Hoewel samenwerking noodzakelijk is, blijven uitdagingen zoals uiteenlopende regelgeving per stadsdeel, strikte welstandscommissies en moeizame gemeentelijke communicatie belangrijke obstakels.
  • Praktische voorbeelden en beleid: Wessel Tiessens gaf een voorbeeld uit Leiden, waar een wijkambtenaar als laagdrempelig aanspreekpunt voor bewoners werd aangesteld. Dit bevorderde vertrouwen en toegankelijkheid. Wessel pleitte ook voor strengere maatregelen tegen niet-meewerkende vastgoedeigenaren, met als uitgangspunt: “Waar geen wil is, is een wet”, een quote van Jet Bussemaker.
  • Modellen voor duurzame ontwikkeling: Paul van Roosmalen verwees naar de X-curve (een hulpmiddel om klimaatdoelen en rechtvaardigheidsprincipes te vertalen naar concrete acties) en de S-curve (de stadia van innovatie: opstart, groei, volwassenheid en verzadiging). Volgens hem moeten gemeenten eerst inzetten op informatie en stimulering, en pas verplichtingen opleggen als vrijwillige samenwerking onvoldoende resultaat oplevert. Oftewel, de ‘majority’ meekrijgen volgens de ‘innovation adoption curve’.
  • Maatschappelijke acceptatie: Victor Everhart benadrukte dat duurzaam gebruik van daken maatschappelijk geaccepteerd moet worden, net zoals bijvoorbeeld de discussie over fietshelmen dat nu is. Momenteel bevindt dakvergroening zich aan het einde van de experimentele fase in de S-curve. Er is een groeiend maatschappelijk debat over het gebrek aan ruimte voor natuur in Nederland, wat vraagt om flexibele oplossingen. Bij nieuwbouw zou een groen dak de norm moeten zijn, terwijl voor bestaande bouw subsidies een stimulans kunnen bieden. Everhart pleitte ook voor het populariseren van onderwerpen zoals “optoppen” om zo de maatschappelijke discussie over dakgebruik te versterken.
  • Uitdagingen rondom regelgeving: Een terugkerend obstakel is het Bouwbesluit, dat afwijkt van de regels in andere landen waar groene daken soms al verplicht zijn. Hoewel gemeenten pleiten voor aanpassing van dit besluit, ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid bij de Rijksoverheid. Everhart waarschuwde dat we niet te veel gefixeerd moeten zijn op bestaande regels, maar dat het beleid rondom deze regels juist eenvoudiger moet worden. De nieuwe Omgevingswet biedt hier mogelijk handvatten voor, maar vereist wel dat gemeenten gezamenlijk optrekken in plaats van ieder voor zich.

Conclusie

De route naar duurzaam dakbeleid ligt in het concept van “faciliterend verplichten” en nauwe samenwerking met alle betrokken partijen. Investeren in toekomstbestendige oplossingen, het harmoniseren van regelgeving en leren van gerealiseerde projecten zijn hierbij cruciaal.